Ik stel me een wereld voor van wonderen.

Daarin leef ik.

De wereld is een geheel en wij een onderdeel.

Alles is met elkaar verbonden, van steen tot mens.

We staan op gelijke voet - een voetstuk voor een boom.

Als we een troon maken voor een koning,

waarom dan ook niet voor een boom?

Bomen kunnen tenslotte langer koning zijn dan wij.

Bomen zijn net als mensen, ze bewegen trager,

maar richten zich net als wij naar het licht.

Bomen worden mensen, mensen worden bomen.

Een kind reikt omhoog, een boom ook.

Kunnen we samen- smelten? Ik klim in de boom.

Kunnen bomen vechten?

Ja, dat kan.

Kun je bevriend zijn met een boom?

Het antwoord weet je al.